Het onderzoek
Vallen bij ouderen is een veelvoorkomend probleem. De impact van een val bij een oudere kan fors zijn. Vallen met bloedingen of botbreuken als gevolg leiden vaak tot ziekenhuisopname. De schade van een val kan blijvend verminderde mobiliteit veroorzaken.
Vallen is een multifactorieel probleem. Risicofactoren zijn medicatiegebruik, bewegingsstoornissen, valgeschiedenis, verminderde cognitie, incontinentie, onjuist schoeisel, ziekte van Parkinson, artrose, evenwichtsproblemen, verminderd zicht, leeftijd, vrouwelijk geslacht en depressie. Om het risico op vallen te verlagen kunnen verschillende strategieën gebruikt worden, waaronder fysiotherapie en scholing om kracht, balans en beweging te verbeteren.
Gebruik van geneesmiddelen met een verhoogd risico op vallen, zoals psychotrope en cardiovasculaire medicatie, spelen mee bij het opstellen van het valrisicoprofiel van de patiënt. Geslacht, leeftijd en geneesmiddelen zijn bekend in de apotheek en kunnen gebruikt worden om een risicoschatting te maken. Het valrisico kan verlaagd worden door medicatiewijzigingen (dosisverlaging of stoppen) van valkansverhogende geneesmiddelen. Het risico van ernstige gevolgen van een val kan worden verkleind door botontkalking tegen te gaan en/of het bloedingsrisico te verlagen.
Het FARM-OP onderzoek richt zich op het ontwerpen van een toolbox voor apothekers om het valrisico te verlagen bij patiënten met een verhoogde valkans.
Het FARM-OP onderzoek richt zich onder andere op de volgende zaken:
- Wat verwachten patiënten van de apotheek met betrekking tot valpreventie?
- Wat hebben apothekers nodig om valpreventie te kunnen implementeren in de dagelijkse praktijk?
- Hoe zou een valconsult in de apotheek eruit moeten zien en welke onderdelen hiervan kan de apothekersassistente uitvoeren?